aanval op Pearl Harbour

 De aanval van Japan op de Amerikaanse vloot in
Pearl Harbour in december 1941 was aanl
eiding tot de oorlog in Oost-Azië. 

In mei 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog in Europa door de overgave van de Duitsers. Veel gebieden in Zuidoost Azië, waaronder het toenmalige Nederlands-Indië, bleven nog bezet onder het regime van de Japanners. Voor de capitulatie van Japanmoest het nog 15 augustus worden. Dat was het einde van de Tweede Wereldoorlog in Indië. Maar het betekende géén vrede.

Twee dagen daarna, op 17 augustus 1945 – welke dag later door Indonesië als Onafhankelijkheidsdag is uitgeroepen - besloot een invloedrijke groep Indonesiërs onder druk van hun jonge achterban Indonesië onafhankelijk te verklaren van zowel Nederland als Japan. Het gevolg was de vorming van Indonesische strijdgroepen die alles in het werk stelden om wapens van het Japanse leger te bemachtigen om te voorkomen dat de Nederlanders hun voormalige machtspositie zouden terugkrijgen.

 

 

 

 

 

Troepentransport van Nederlandse soldaten naar Indonesië

 Het begin van de onafhankelijkheidsstrijd, de zogenaamde bersiap-periode, ging met veel geweld en grote wreedheid gepaard. In de vrijheidsstrijd die uitbrak keerde de woede zich tegen de Nederlandse overlevenden uit de Japanse kampen en tegen iedereen, Indo Europeanen, Indonesiërs en Chinezen, die in wat voor vorm ook met de Nederlandse hadden samengewerkt. 

Al direct na de bevrijding van Nederland zelf deed het toenmalige bestuur van ons land een oproep aan alle militairen om de mensen in Nederlands-Indie te helpen met de bevrijding. De Nederlandse militairen werden in Engeland en Amerika klaargestoomd om vervolgens naar Nederlands-Indië te vertrekken. Ook veel jonge mannen uit Deventer namen dienst in het leger, zowel vrijwilligers als dienstplichtigen. Zo ontstonden onder andere het Salland Bataljon 1-11 R.I. en later ook de bekende 7 December Divisie. Men kan stellen dat Indonesië in alle opzichten geheel ontwricht was.

 

 

Koningin Juliana en minister-president Drees bij de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië op 27 december 1949

 

Na twee politionele acties (21 juli tot 5 augustus 1947 en 19 december 1948 tot 5 januari 1949) geeft Nederland op 27 december 1949 - mede gedwongen door het dreigement van de VS om de economische Marshallplan hulpgelden voor de Nederlandse wederopbouw in te houden - toe aan de wens tot onafhankelijkheid van Indonesië. Als gevolg daarvan werden velen gedwongen te kiezen tussen vertrekken naar Nederland of blijven in Indonesië. Honderdduizenden werden daarom in de jaren na 1945 (nood)gedwongen naar Nederland verscheept. Dit betekent dat tot in de jaren zestig zo’n 300.000 personen vanuit Indonesië naar Nederland zijn gekomen. Velen (Hollanders, Indo-europeanen, de groep Ambonezen / Molukkers en Chinezen) waren nog nooit in Nederland geweest. Ondanks hun eigen - vaak dramatische - oorlogsgeschiedenis, wordt hen van meet af aan duidelijk gemaakt dat in Nederland een “eigen” oorlog is geweest waardoor er weinig begrip is voor hun lijden tijdens die “verre Aziatische” oorlog; noch bij de Overheid, noch bij de  “gewone” Nederlanders.

 

 

 

 


Toespraak op 14 september 2019 t.g.v. de postume uitreiking van het Mobilisatie Oorlogskruis en het ereteken voor Orde en Vrede aan Jan Rothe.
Geachte heer König,

Hierbij wil ik u, mede namens de kinderen, kleinkinderen achterkleinkinderen van Jan Rothe, bedanken voor het uitreiken van het Mobilisatie Oorlogskruis en het ereteken voor Orde en Vrede, postuum toegekend aan J. Rothe, aan het oudste kind van hem, Sonja.

Het is, denk ik, gepast om ter nagedachtenis aan Jan Rothe een kort overzicht te geven over zijn leven.

Hij werd op 16 november 1912 geboren in Surabaya op Java.
Nadat Japan op 7 december 1941 Pearl Harbour had aangevallen werd in Nederlands-Indië besloten de kleine Krijgsmacht van het KNIL te versterken door de dienstplicht in te voeren.
Jan Rothe kwam onder de wapenen, zoals dat heet en had toen de leeftijd van 29 jaar. Hij werd ingedeeld bij het Landstormbataljon III. Een onderdeel met lichte wapens en bestemd voor het beveiligen/afgrendelen van belangrijke kruispunten, bruggen en rivieren in de omgeving van Surabaya.
In de versnelde opleiding leerde hij om te gaan met een karabijn. Veel oefentijd was er niet.
Toch werd hij in korte tijd soldaat der eerste klasse, wat veel zegt over de persoon Jan Rothe. Zijn Commandant was Luitenant-Kolonel Drost en toen de Japanners Java binnenvielen werd het bataljon belast met de beveiliging van het gebied ten zuiden van Surabaya, met name de bruggen bij Ploso.
Op 6 maart 1942 kwam zijn Compagnie in gevecht met een Japanse eenheid. De Japanners werden verliezen toegebracht; bij de Landstormcompagnie vielen 8 doden en 20 gewonden. Een uitgebreid gevechtsverslag is in behandeling bij het Nationaal Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en zal later aan het dossier worden toegevoegd.
Jan Rothe heeft niets willen vertellen over zijn ervaringen, daarom was het lastig zijn verhaal te achterhalen. Bij onze naspeuringen heeft het toeval en geluk een grote rol gespeeld. Daarom moet ik nu een kleine zijsprong maken.
U zult straks begrijpen waarom.

Op 3 december 1939 neemt oud-minister J.B. Kan afscheid van zijn zoon Wim Kan en zijn schoondochter Corry Vonk op het Centraal Station in Amsterdam. Zij reizen samen met hun ABC-cabaret naar Nederlands-Indië om daar voorstellingen te geven. Toen op 8 december 1941 de oorlog werd verklaard aan Japan werd ook hij als dienstplichtige voor het KNIL opgeroepen. Ook Kan was 29 jaar.
Omdat hij zo “bekend” was en ook nog een bekende stem had werd hij als radio-omroeper geplaatst bij het Hoofdkwartier van het Leger in Bandung. Hij gaat samen met Corry Vonk wonen in de Riouwstraat in Bandung.
Later zal Jan Rothe Wim Kan ontmoeten in een kamp in Thailand. Ik zal daar straks op terug komen.

Op zaterdag 7 maart 1942 vallen de Japanners Java aan. In de tuin van het Omroepgebouw in Bandung ziet Kan samen met een kapitein vliegtuigen aankomen. Zijn het de onzen? Kan telt de vliegtuigen, 1,2,3,4,5 “zullen het Jappen zijn? Hou maar op zei de kapitein, dat moeten Jappen zijn, want wij hebben er niet meer dan 4!

Verder met het verhaal over Jan Rothe. Jan bevindt zich op dat moment met zijn onderdeel op 9 maart 1942 in Malang. Er wordt onvoorwaardelijke overgave geëist en de Japanse troepen trekken Malang binnen.
Landstorm III wordt in zijn geheel krijgsgevangen gemaakt en Jan Rothe wordt op 17 maart 1942 ingeschreven als krijgsgevangene en geplaatst in een kamp in Malang, waar zich reeds enige duizenden KNILmilitairen bevinden. Overste Drost, Commandant van Landstorm III wordt door de Japanners aangewezen als bevelvoerend officier. Bij het noteren van de gegevens van Jan Rothe is abusievelijk de geboortedatum 16-09-1912 vermeld i.p.v.
16-11-1912. Deze gegevens zijn later door de verschillende overheden overgenomen. De datum 16 september 1912 staat daarom ook op de oorkondes bij de onderscheidingen die toegekend zijn aan Jan Rothe. Deze datum kon niet meer veranderd worden.
Daarna is hij naar Batavia vervoerd om vervolgens in oktober 1942 per boot getransporteerd te worden naar Singapore. Daar aangekomen wordt hij geplaatst in Kamp Changi bij Singapore. Per trein gaat het vervolgens naar Non Pladuk, het aanvangstpunt van de Birma/Siam Spoorweg (vanuit Thailand gezien).
Wij hebben het Rode Kruis Afdeling Oorlogsnazorg gevraagd om alle gegevens m.b.t. Jan Rothe aan ons door te geven. Deze zijn op schrift gesteld in de z.g. Java-Party documenten. Wij zullen de documenten over enige maanden ontvangen en toevoegen aan het dossier.
Jan wordt vervolgens geplaatst in No.2 Detached Camp, het “160”km Point. Dit betekent dat zijn kamp 160 km lag vanaf het beginpunt Non Pladuk. Wij hebben ook een kopie van de Japanse Interneringskaart met alle gegevens, inclusief de verkeerde geboortedatum, toegezonden gekregen.

Na verloop van tijd kregen alle kampen een naam, of van het te bouwen station of van een naburig dorp. Ook een bijnaam was mogelijk.
Het 160 km punt wordt Kinsayok genoemd. Dit kamp was een werkkamp en een doorvoerkamp. In dit kamp beginnen de werkzaamheden richting het volgende kamp, genaamd RinTin. Er zijn in totaal ongeveer 115 kampen gebouwd,
Ca 90 in Thailand en ca 25 in Birma. Vanuit Birma beginnen de werkzaamheden in Thanbyuzayat, dit was het 0kmpoint vanuit Birma gezien.
Van hieruit was het naar de Thaise grens 115 km. De spoorlijn ging door de drie Pagodespas en was in totaal 415 km lang waarvan dus 300 km door Thailand ging.
Geschat was dat het 5 jaar zou duren voordat de spoorweg in gebruik kon worden genomen. De werkzaamheden werden in slechts 16 maanden voltooid. Dit door onmenselijk zware inspanningen!
Wij hebben tijdens het onderzoek naar het verleden van Jan Rothe erg veel geluk gehad. Zoals gezegd zat hij in het kamp Kinsayok en één van de kampartsen was een Nederlandse arts Jan Cannoo. Tot in detail heeft hij alle werkzaamheden en gebeurtenissen in het kamp in een dagboek bijgehouden.
In 1947 is dit dagboek in boekvorm uitgebracht met de titel “Bushido”. Dit staat voor Japanse begrippen als “krijgsmanseer” en wellevendheid. Vrijwel geen Japanner heeft zich hier aan gehouden!.
Daarbij komt dat de Japanners een grote minachting hadden voor krijgsgevangenen. Ook werd door het Japanse leger de Conventie van Genève niet erkend.

De aanleg van de spoorweg heeft ongeveer 100.000 mensenlevens geëist. Onder de Aziatische (dwang)arbeiders zijn 85.425 doden gevallen. Onder de krijgsgevangenen vielen 12.619 doden, waarvan bijna 3000 Nederlandse krijgsgevangenen. Bushido! Op iedere 4 meter is gemiddeld 1 dode gevallen, vooral door onmenselijke dwang van de Japanners en een groot tekort aan voedsel en water. Bushido!
Ontsnappingen waren er vrijwel niet en wanneer men gepakt werd, wachtte een gruwelijke straf: executie. Vaak met de bajonet om “kogels te sparen”. Alle gevangenen moesten hierbij aanwezig zijn! Bushido!
Volgens kamparts Jan Cannoo werd Kinsayok “Camp of the”Doomed” genoemd (Kamp der Verdoemden). Het nabij gelegen kamp RinTin werd “Camp of the Death” genoemd (Kamp der doden). Bushido!
In het kamp Kinsayok heeft Jan Rothe Wim Kan ontmoet, zoals eerder gezegd zou ik hier later op terug komen. Deze informatie was het enige dat het gezin Rothe had gehoord hetgeen voor het onderzoek een belangrijk gegeven was. Het dagboek van Wim Kan over deze periode is ook in ons bezit. Voor de reconstructie van dit verhaal was ook dit boek van groot belang. Ook hadden wij het geluk om veel details over o.a. Kinsayok te weten te komen via de vader van schrijver Geert Mak, dominee Mak. Het boek met de titel “de Eeuw van mijn vader” van Geert Mak gaat voor een deel over de geschiedenis van zijn vader dominee Mak. Hij was in 1942 als Militair Dominee (Geestelijk Verzorger) door de Japanners krijgsgevangen gemaakt. Hij kon echter als vrij man vertrekken, omdat hij officieel geen militair was, maar hij koos er voor om vrijwillig bij de manschappen te blijven. Ook Aalmoezenier Vergeest bleef bij de gevangenen.
Zijn tijdelijk verblijf in Kinsayok en zijn bijgehouden dagboek daarover is voor ons een waardevol document gebleken. Dominee Mak heeft daar een grote rol gespeeld in de stervensbegeleiding van gevangenen en de registratie van hun graven.

In juli en augustus 1945 begon zich de nederlaag van Japan af te tekenen. Er gingen geruchten dat de Special Forces van de geallieerden in de buurt van de kampen waren geland en de kampen in kaart krachten. Dat bleek later ook zo te zijn.
Toen Japan na het afwerpen van 2 atoombommen capituleerde, werden een dag later op 16 augustus 1945 de Nederlandse en Engelse kampcommandanten op het Japanse kantoor geroepen. De Japanse officieren salueerden voor hen en zeiden dat Japan had gecapituleerd. De gevangenen waren vrij en de kampen werden opengesteld, hoewel om de meeste kampen geen hek/omheining zat. Weldra verschenen er vliegtuigen. Pamfletten werden uitgestrooid en in het Japans, Engels en Nederlands werd de overgave van Japan bekendgemaakt. Er volgden voedseldroppings (de juiste ligging van de kampen was al verkend) en enige dagen later sprongen artsen en verpleegkundigen (ook vrouwen) boven de kampen af en er werden ook medicamenten gedropt.
Clandestien waren er nationale vlaggen gemaakt; deze werden in de kampen uitgehangen en de volksliederen werden uitbundig en emotioneel gezongen.
Wat een emoties moeten zich hebben afgespeeld, niet alleen bij Jan Rothe maar bij alle gevangenen.

Jan Rothe werd zo goed mogelijk vervoerd naar Nakorn Pathon; hier was een groot ziekenhuis met 3 barakken. Dit was vlakbij Non Pladuk, het beginpunt van de spoorlijn waar hij in oktober 1942 was aangekomen. In het ziekenhuis werd hij onderzocht en kon hij weer op krachten komen. In deze omgeving ontmoette Jan Rothe tijdens zijn herstel een Thais meisje van 16 jaar. Er ontstond een liefdesrelatie en zij trouwden op 23 februari 1946 in Nakorn Pathon (Thailand) en op 28 maart 1946 zijn zij naar Java gegaan.
Daar werd hij ingedeeld bij de Stafwacht van de “B”divisie in Bandoeng. Hier vond in 1948 ook het proces plaats tegen de Japanse oorlogsmisdadigers. Het staat vrijwel vast dat Jan Rothe tegen hen heeft kunnen getuigen. Immers, alle overlevenden zijn ondervraagd door de geallieerden.
Er zijn 64 Japanners ter dood veroordeeld; uiteindelijk werden er 59 Japanners geëxecuteerd, waaronder ook de verantwoordelijke Commandanten van de kampen Kinsayok en RinTin.

In 1958 stond Jan Rothe voor de keus: of in Indonesië blijven of kiezen voor de Nederlandse nationaliteit. In dit laatste geval moest hij Indonesië verlaten. Na alle doorstane emoties koos hij voor Nederland; hij koos voor de toekomst van zijn kinderen. Na een bootreis van ruim 3 weken, aankomst in Genua en van daaruit per trein naar Nederland en per bus aangekomen en opgevangen in Epe.
Na 1,5 jaar opvang in Epe werd hij met zijn gezin geplaatst in Deventer. Jan is in Deventer in 1983 overleden, op slechts 69 jarige leeftijd.

Het postuum uitreiken van de onderscheidingen gaat in dit geval om erkenning, waardering en afsluiting.

Dames en heren, familie, laten wij, indien voor u mogelijk, even opstaan en een moment in stilte terugdenken aan Jan Rothe. Ik verzoek ook de (oud)militairen hem de militaire groet te brengen uit respect voor alles voor wat hij gedaan heeft en wat hem is overkomen.

Dank u wel voor uw aandacht.

Gebruikte bronnen:
• Nationaal Archief
• Rode Kruis Afdeling Oorlogsnazorg
• Spoorzoeken, Sander Broekroelofs
• De Thai-Birma Spoorlijn, Rod Beattie
• Dagboek van Wim Kan, 1942-1946
• Bushido, J.M. Cannoo
• De Japanse aanval op Java, Nortier/Kuijt/Groen
• Entropie in de Oost, Marc Entrop
• De Eeuw van mijn Vader, Geert Mak
• Het zwijgen doorbroken, Felix C. Bakker
• Archief NIOD